
Aan de hand van analyses van voor begin van de behandeling verzameld tumorweefsel of circulerend tumor DNA stelden de onderzoekers vast dat de meest-voorkomende primaire mutaties werden gezien in KIT exon 11 (61,2% van de ripretinib-patiënten en 77,3% van de placebo-patiënten) en KIT exon 9 (18,8% en 15,9%). Patiënten in de ripretinib-groep hadden betere PFS dan patiënten in de placebogroep ongeacht het type mutatie (exon 11 p<0,0001, exon 9 p=0,0023, exon13 p<0,0001, exon 17 p<0,0001). Onder patiënten zonder KIT/PDGFRA-mutaties in tumorweefsel liep de PFS uiteen van 2 tot 23 maanden met ripretinib versus 0,9 tot 10,1 maanden met placebo.
De onderzoekers concluderen dat ripretinib klinisch relevante activiteit had over een brede range van mutatiesubgroepen in eerder-behandeld gevorderd GIST.
1.Bauer S, Heinrich MC, George S et al. Clinical activity of ripretinib in patients with advanced gastrointestinal stromal tumor harboring heterogenous KIT/PDGFRA mutations in the phase 3 INVICTUS study. Clin Cancer Res 2021; epub ahead of print
Summary: Subgroup analysis of the phase 3 INVICTUS study showed that the switch-control tyrosine kinase inhibitor ripretinib was active for a broad range of KIT/PDGFRA mutations in advanced GIST in patients who were previously treated with 3 or more TKIs.