
Patiënten uit de LR-groep kregen geen chemotherapie. De IR-patiënten met goede respons (GR, n=126) kregen vier cycli platina en etoposide (PE). IR-patiënten met partiële respons (PR, n=12) kregen drie cycli PE plus drie cycli ifosfamide, vinblastine en bleomycine. HR-patiënten met GR (n=86) kregen vier cycli PE en ifosfamide (PEI). HR-patiënten met PR (n=43) kregen twee extra cycli PEI.
De overall survival en de gebeurtenisvrije overleving na tien jaar waren 90% en 88,6% in de IR-GR groep en 74,1% en 74,1% in de IR-PR groep. De tien-jaars OS en EFS waren 66,8% en 62,5% in de HR-GR groep en 74,8% en 73,4% in de HG-PR groep. Verhoogd serum lactaatdehydrogenase en histologie van metastatisch immatuur teratoom waren prognostisch voor slechtere uitkomst.
De onderzoekers concluderen dat voor patiënten met intermediair risico en goede respons reductie van de therapie naar twee chemotherapeutica de overleving niet vermindert, en dat in patiënten met hoog risico escalatie van de therapie niet sterke verbetering van de uitkomsten leidt.
1.Lopes LF, Pacheco Donato Macedo CR, dos Santos Aguiar S et al. Lowered cisplatin dose and no bleomycin in the treatment of pediatric germ cell tumors: Results of the GCT-99 protocol from the Brazilian Germ Cell Pediatric Oncology Cooperative Group. J Clin Oncol 2016; epub ahead of print