Er is geen
consensus over de waarde van routinematige surveillance van overlevers van
mammacarcinoom. Een Nederlandse multicenterstudie heeft de ernst van
locoregionaal recidief (LRR) en risico van volgende afstandsmetastase (DM)
vergeleken tussen LRRs gedetecteerd tijdens routinematige surveillancebezoeken
versus intervaldetectie van LRRs. PhD-kandidaat Anouk Eijkelboom (IKNL Utrecht)
en collega’s publiceren de studie in Breast Cancer Research and
Treatment.1
De studie,
uitgevoerd in vijftien ziekenhuizen, includeerde vrouwen met een diagnose
vroeg-stadium mammacarcinoom tussen begin 2003 en eind 2008, die LRR
ontwikkelden als eerste gebeurtenis na primaire behandeling (cohort A; 109
LRR-patiënten gedetecteerd in routinematige surveillance en 113 interval
LRR-patiënten). Er waren tussen beide groepen geen significante verschillen in
ernst van lokaal recidief of regionaal recidief. Voor een subset van de
patiënten waren gegevens beschikbaar over de ontwikkeling van een volgende DM
(cohort B: 66 routine- en 61 interval-LRR patiënten). De wijze van detectie van
LRR was niet significant geassocieerd met risico van DM (HR 1,22; 95%-bti
0,49-3,06).
De
onderzoekers concluderen dat routinematige surveillance niet resulteerde in
minder ernstige LRR en evenmin in verlaging van het risico van volgend DM.
1.Eijkelboom
AH, de Munck L, de Vries M et al. Routine and interval detection of locoregional breast cancer recurrences
and risk of subsequent distant metastasis. Breast Cancer Res Treat 2022; epub
ahead of print
Summary: A multicenter retrospective study in The
Netherlands found that among survivors of breast cancer, routine surveillance
visits did not lead to less severe locoregional recurrences and did not
decrease the risk of a subsequent distant metastasis.
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)