
Behandeling met bleomycine-etoposide-cisplatine (BEP; n=1819) was geassocieerd met verhoogd risico van hypertensie en hypercholesterolemie. Binnen een jaar na start van BEP-behandeling was het risico van myocardinfarct in de patiënten ruim zesmaal hoger dan in de algemene bevolking (HR 6,3; 5%-bti 2,9-13,9). Ook risico’s van cerebrovasculair accident (HR 6,0; 95%-bti 2,6-14,1) en veneuze tromboëmbolie (HR 24,7; 95%-bti 14,0-43,6) waren sterk verhoogd in het eerste jaar na start van BEP. Tijdens de volgende jaren van de follow-up nam het CVD-risico af, maar tien jaar na de start van BEP was er nog steeds een verhoogd risico van myocardinfarct (HR 1,4; 95%-bti 1,0-2,0) en cardiovasculair overlijden (HR 1,6; 95%-bti 1,0-2,5). Radiotherapie (n=780) was geassocieerd met verhoogd risico van diabetes tijdens de follow-up (HR 1,4; 95%-bti 1,0-2,0) maar niet van andere CVD-uitkomsten. De patiënten die geobserveerd werden (n=3332) hadden CVD-risico’s die niet significant afweken van die van de algemene bevolking.
De onderzoekers concluderen dat BEP-behandeling voor GCC geassocieerd was met hoog CVD-risico tijdens het eerste jaar, en licht-verhoogd CVD-risico tijdens langere follow-up. Radiotherapie was geassocieerd met verhoogd diabetesrisico, en observatie was niet geassocieerd met verhoogd CVD-risico.
1.Lauritsen J, Kjaer Hansen M, Bandak M et al. Cardiovascular risk factors and disease after male germ cell cancer. J Clin Oncol 2019; epub ahead of print
Summary: A study in Denmark found that patients treated with bleomycin-etoposide-cisplatin for male germ cell cancer had a highly increased risk of cardiovascular disease in the first year after the start of the treatment, and mildly increased CVD risk after ten years of follow-up. Radiotherapy for GCC increased the risk of diabetes but not of incident CVD. The risk of CVD in patients followed in a surveillance program was comparable to that of the general population.