Cerebellair
mutismesyndroom (CMS) kan een complicatie zijn na resectie van posterior fossa
tumoren, met name na chirurgie voor medulloblastoom. Recente studies hebben
aanwijzingen laten zien voor verschillen in CMS-risico tussen subgroepen van
medulloblastoom. Een multinationale studie heeft het voorkomen van CMS na
resectie voor subgroepen van medulloblastoom onderzocht. Dr. Vijay Ramaswamy (The Hospital for Sick
Children, Toronto) en collega’s publiceren de studie online in Neuro-Oncology.1
De studie
includeerde 370 medulloblastoompatiënten van vijf centra op drie continenten.
In 23,8% van de patiënten werd ontwikkeling van CMS gezien. De CMS-patiënten
waren vergeleken met de overige patiënten jonger (gemiddeld verschil 2,05 jaar;
p=0,0218) en hadden grotere tumoren (gemiddeld verschil 10,25 cm3;
p=0,0010) die vaker midline locatie
hadden (OR 5,72; p<0,0001). In multivariate analyse gecorrigeerd voor
leeftijd, geslacht, midline locatie,
en tumorvolume, was medulloblastoom-subgroep onafhankelijk geassocieerd met
risico van MS: versus SHH OR 4,91 voor Wingless (p=0,0063); OR 5,56 voor Group
3 (p=0,0022); en OR 8,57 voor Group 4 (p=9,1 x 10-5).
De
onderzoekers concluderen dat medulloblastoom-subgroep een sterke voorspeller
van ontwikkeling van CMS is, onafhankelijk van tumorvolume en midline locatie.
1.Jabarkheel R, Amayiri N, Yecies D et al. Molecular correlates of cerebellar
mutism syndrome in medulloblastoma. Neuro-Oncol 2019; epub ahead of
print
Summary: A study in a large multinational cohort of medulloblastoma patients found that medulloblastoma
subgroup was a very strong independent predictor of development of cerebellar
mutism syndrome, with the highest CMS risk in Group 4 (versus SHH OR 8.57;
p=9.1 x 10-5).
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)