Logo Jan Blom
Login

Oncologisch onderzoek.nl

Risico van herpes zoster in patiënten die radiotherapie krijgen voor maligniteiten


Dr. Katsuyuki KarasawaDe impact van radiotherapie (RT) voor maligniteiten op het risico van herpes zoster (HZ) is niet goed onderzocht. Een studie in het Komagome ziekenhuis in Tokio heeft deze impact geïnventariseerd. Dr. Katsuyuki Karasawa en collega’s publiceren de studie online in Cancer.1



De propensity-score gematchte retrospectieve cohortstudie includeerde 3891 paren patiënten met vergelijkbare kenmerken waarvan de ene patiënt wel en de andere patiënt niet RT had gekregen. De cumulatieve incidentie van HZ in de RT-groep versus de niet-RT groep was 2,1% versus 0,7% na één jaar; 3,0% versus 1,0% na twee jaar; 3,4% versus 1,3% na drie jaar; 4,1% versus 1,7% na vier jaar; en 4,4% versus 1,8% na vijf jaar. Het risico van HZ was significant verhoogd in de RT-groep versus de niet-RT groep (HR 2,59; 95%-bti 1,84-3,66). Onder de 120 patiënten die na RT HZ ontwikkelden werden de HZ-gebeurtenissen significant meer frequent gezien in het RT-veld dan verwacht (74 versus 43,8 gebeurtenissen; p<0,001).

De onderzoekers concluderen dat patiënten die RT kregen voor maligniteiten een significant verhoogd risico van HZ hadden. HZ werd frequent gezien in het stralingsveld.

1.Shimizuguchi T, Sekiya N, Hara K et al. Radiation therapy and the risk of herpes zoster in patients with cancer. Cancer 2020; epub ahead of print

Summary: A study in Japan found that patient who received radiation therapy for cancer had a signicantly increased risk of herpes zoster (4.4% versus 1.8% in the non-RT group at five years), which was commonly observed within the radiation field.

Commentaren


Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Nog geen commentaren