
De analyse werd uitgevoerd in drie subcohorten: een subcohort van patiënten met AYA-HL diagnose tussen 1943 en 1977 voor wie geen gegevens beschikbaar waren over rehospitalisatie voor HL (en dus geen aanwijzingen over eventuele HL-relapse), en twee subcohorten van patiënten met AYA-HL diagnose tussen 1977 en 2005 (een subcohort zonder en een subcohort met rehospitalisatie voor HL). De rate ratios voor hospitalisatie vergeleken met niet-HL controlepersonen in deze drie subcohorten waren 2,0 (95%-bti 1,9-2,1); 1,5 (95%-bti 1,4-1,6); en 2,9 (95%-bti 2,6-3,1). De rate ratios voor bed-dagen waren 3,5 (95%-bti 3,4-3,5); 1,8 (95%-bti 1,8-1,9); en 10,4 (95%-bti 10,3-10,6). De hoogste rate ratios werden gezien voor niet-maligne hematologische aandoeningen (2,6; 3,1; en 9,7), maligne neoplasmen (3,2; 2,5; en 4,7) en infecties (2,5; 2,2; en 5,3).
De onderzoekers concluderen dat overlevers van AYA-HL een verhoogd risico hebben van een groot aantal aandoeningen die hospitalisatie vereisen. Het risico is hoger in patiënten met rehospitalisatie voor HL, die waarschijnlijk HL-relapse hadden.
1.Rugbjerg K, Maraldo M, Aznar MC et al. Long-term hospitalisation rates among 5-year survivors of Hodgkin lymphoma in adolescence or young adulthood – A nationwide cohort study. Int J Cancer 2017; epub ahead of print