
Gedurende de follow-up, tot een mediane leeftijd 27 jaar, werden in de childhood onset IBD-groep 497 eerste maligniteiten gediagnostiseerd, overeenkomend met 3,3 per duizend persoonsjaren. In de controlegroep waren er 2256 eerste maligniteiten , oftewel 1,5 per duizend persoonsjaren (HR 2,2; 95%-bti 2,0-2,5). De HRs waren 2,6 (95%-bti 2,3-3,0) in patiënten met ulceratieve colitis tijdens de jeugd, en 1,7 (95%-bti 1,5-2,1) met patiënten met de ziekte van Crohn tijdens de jeugd. Patiënten met childhood onset IBD hadden ook een verhoogd risico van maligniteiten voor hun achttiende verjaardag (HR 2,7; 95%-bti 1,6-2,4). De figuur laat de risico’s van verschillende typen maligniteiten zien. De verhoging van het risico van maligniteiten was niet verschillend voor patiënten met een childhood onset IBD-diagnose voor 2002 vergeleken met patiënten met een diagnose in 2002 en later.
De onderzoekers concluderen dat childhood onset IBD geassoscieerd is met een verhoogd risico van maligniteiten, zowel tijdens de jeugd als later in het leven.
1. Olén O, Askling J, Sachs MC et al. Childhood onset inflammatory bowel disease and risk of cancer: a Swedish nationwide cohort study 1964-2014. BMJ 2017;358:j3951