Dr. Tara
Henderson (University of Chicago) en collega’s hebben een studie uitgevoerd van
het risico van mammacarcinoom in vrouwen met een geschiedenis van maligniteit
tijdens de jeugd waarvoor ze geen radiotherapie naar de borst kregen. De uitkomsten van de studie zijn online gepubliceerd in het Journal of Clinical Oncology.1 De onderzoekers inventariseerden
de cumulatieve incidentie van mammacarcinoom in 3768 deelneemsters van de Childhood Cancer Survivor Study.
De mediane
follow-up was 25,5 jaar (range 8 tot 39 jaar) na de primaire diagnose.
Mammacarcinoom werd gediagnostiseerd in 47 vrouwen in de mediane leeftijd van
38,0 jaar (range 22 tot 47 jaar), mediaan 24,0 jaar (range 10 tot 34 jaar) na
de primaire diagnose. Vergeleken met de algemene bevolking was het risico in de
deelneemsters verviervoudigd (SIR 4,0; 95%-bti 3,0-5,3). Het risico was het
hoogst in overlevers van sarcoom (SIR 5,3; 95%-bti 3,6-7,8) en leukemie (SIR
4,1; 95%-bti 2,4-6,9). Op de leeftijd van 45 jaar was de cumulatieve incidentie
van mammacarcinoom 5,8% in overlevers van sarcoom en 6,3% in overlevers van
leukemie. Geen van de andere primaire maligniteiten was geassocieerd met
verhoogd risico van mammacarcinoom. Alkylerende en anthracycline-gebaseerde
chemotherapie was doseringsafhankelijk geassocieerd met het risico van
mammacarcinoom.
De
onderzoekers concluderen dat vrouwen die als kind sarcoom of leukemie hebben
gehad zonder geschiedenis van radiotherapie naar de borst een verhoogd risico
hebben van mammacarcinoom op relatief jeugdige leeftijd.
1.Henderson TO, Moskowitz CS, Chou JF et al.
Breast cancer risk in childhood cancer survivors without a history of chest
radiotherapy: a report from the Childhood Cancer Survivor Study. J Clin Oncol
2015; epub ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)