
De analyse includeerde kinderen en volwassenen met tussen begin 2004 en eind 2015een eerste diagnose van hoofd-hals, gastroïntestinale, gynecologische, lymfoom, long-, prostaat-, borst-, bot-, wekedelen-, en CNS-maligniteit. De onderzoekers identificeerden 450.373 patiënten, onder wie 33,5% 3DCRT kregen, 65,2% IMRT kregen, en 1,3% PBRT. De mediane follow-up was 5,1 jaar na voltooiing van de RT (cumulatief 2,54 miljoen patiëntjaren). De incidentie van tweede maligniteiten was 1,55 per 100 patiëntjaren. Vergelijking tussen IMRT en 3DCRT liet geen verschil zien in risico van tweede maligniteit (OR 1,00; p=0,75). Het risico van tweede maligniteit was significant lager met PBRT (versus IMRT OR 0,31; p<0,0001). Resultaten voor afzonderlijke tumortypen waren over het algemeen consistent met de gepoolde analyse.
De onderzoekers concluderen dat het risico van tweede maligniteit gelijk was na 3DCRT versus IMRT, terwijl PBRT geassocieerd was met lager risico van tweede maligniteit.
1.Xiang M, Chang DT, Pollom EL. Second cancer risk after primary cancer treatment with three-dimensional conformal, intensity-modulated, or proton beam radiation therapy. Cancer 2020; epub ahead of print
Summary: An analysis of the National Cancer Database investigated the risk of a second cancer diagnosis after 3DCRT versus IMRT versus PBRT for a first cancer. The risk was similar after IMRT versus 3DCRT, whereas PBRT was associated with a lower risk (versus IMRT OR 0.31; p<0.0001).