Veneuze
trombo-embolie (VTE) is een potentieel vermijdbare doodsoorzaak in patiënten
met longcarcinoom. Idenficatie van patiënten met het hoogste risico kan wellicht
bijdragen aan de mogelijkheid van beter gerichte interventie. Dr. Matthew
Grainge (University of Nottingham, UK) en collega’s hebben een studie
uitgevoerd van de hoogte van het risico en van risicofactoren voor VTE in deze
patiënten. De uitkomsten van de studie zijn online gepubliceerd in het British Journal of Cancer.1
In de Clinical Practice Research Datalink en
het Hospital Episode Statistics and
Cancer Registry vonden de onderzoekers gegevens van 10.598 Britse patiënten
met een diagnose longcarcinoom tussen 1997 en 2007 die ze konden volgen voor
VTE tot eind 2010. De VTE-incidentie van de patiënten bedroeg 39,2 per duizend
patiëntjaren (95%-bti 35,4-43,5) hoewel de incidentie varieerde afhankelijk van
de patiëntengroep en de behandeling. Factoren die onafhankelijk geassocieerd
waren met verhoogd VTE-risico waren metastatische ziekte (versus lokale ziekte
HR 1,9; 95%-bti 1,2-3,0), adenocarcinoom subtype (versus squameus cel HR 2,0;
95%-bti 1,5-2,7), tijdens gebruik van chemotherapie (versus voor of na
chemotherapie HR 2,1; 95%-bti 1,4-3,0), en diagnose via spoedeisende hulp
(versus andere diagnoseroutes HR 1,7; 95%-bti 1,2-2,3). Patiënten met VTE
hadden een ongeveer 50% hogere mortaliteit dan patiënten zonder VTE.
De
onderzoekers concluderen dat gevorderde ziekte, adenocarcinoom en het ondergaan
van chemotherapie onafhankelijke risicofactoren zijn voor VTE in patiënten met
longcarcinoom, en dat aanwezigheid van VTE een onafhankelijke risicofactor is
voor overlijden.
1.Walker AJ, Baldwin DR, Card TR et
al. Risk of venous thromboembolism in people with lung cancer: a cohort study
using linked UK healthcare data. Br J Cancer 2016; epub ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)