Er is geen duidelijkheid over de incidentie en mortaliteit van volgende primaire maligniteiten (SPCs) onder overlevers van maligniteiten in de leeftijd van vijftien tot veertig jaar (AYA-maligniteiten). Een analyse van de SEER-database heeft de incidentie en mortaliteit van SPCs onder tenminste vijf-jaar overlevers van AYA-maligniteiten geïnventariseerd. Dr. Hyuna Sung (American Cancer Society, Kennesaw GA) en collega’s publiceren de analyse in het Journal of the National Cancer Society.¹

In negen SEER-registraties over de periode van begin 1975 tot eind 2013 identificeerden de onderzoekers 170.404 tenminste vijf-jaar overlevers van AYA-maligniteiten. Tijdens gemiddeld 14,6 jaar follow-up werden in het cohort 13.420 SPC-diagnosen gesteld, en overleden 5008 patiënten aan een SPC. Vergeleken met de incidentie van primaire maligniteiten in de algemene bevolking was de incidentie van SPCs in het cohort 25% hoger (SIR 1,25; 95%-bti 1,23-1,27) en de mortaliteit 84% hoger (SMR 1,84; 1,79-1,89). Het overall SPC-risico was statistisch significant hoger voor 20 van 29 index-maligniteiten qua incidentie en voor 26 van 29 voor mortaliteit, met de hoogste SIR onder vrouwelijke overlevers van Hodgkin lymfoom (SIR 3,05; 95%-bti 2,88-3,24) en de hoogste SMR onder overlevers van dunne-darm maligniteit (SMR 6,97; 4,80-9,79). Type-specifieke SPC-risico’s liepen substantieel uiteen voor verschillende index-maligniteiten.

De onderzoekers concluderen dat overlevers van AYA-maligniteiten vergeleken met de algemene bevolking een bijna tweemaal hogere waarschijnlijkheid hebben te overlijden aan een nieuwe primaire maligniteit.

1.Sung H, Siegel RL, Hyun N et al. Subsequent primary cancer risk among five-year survivors of adolescent and young adult cancers. J Natl Cancer Inst 2022; epub ahead of print

Summary: Analysis of 9 SEER registries (1975-2013) found that AYA cancer survivors were almost twice as likely to die from a new primary cancer as the general population.