Atypische
bronchopulmonale carcinoïd tumoren (ABCT) komen niet frequent voor, maar hebben
een hoog risico van recidief na resectie. De rol van adjuvante therapie voor
geresecteerd ABCT is niet duidelijk bij gebrek aan prospectieve gerandomiseerde
studies. Dr. Rodney Wegner (Allegheny Health Network Cancer Institute,
Pittsburgh PA) en collega’s hebben in een analyse van de National Cancer Database voorspellers van het gebruik van adjuvante
therapie en impact op uitkomsten geïnventariseerd. Ze publiceren de analyse online in Lung Cancer.1
In de NCDB
identificeerden de onderzoeker 533 patiënten met stadium I of II en 129
patiënten met stadium III ABCT. Voorspellers van adjuvante therapie
(radiotherapie, chemotherapie, of een combinatie) in stadium I/II-ziekte waren
stadium II ziekte, positieve marges, lymfeklierratio 1-25%, en behandeling in
een vroeger kalenderjaar. Voorspellers van adjuvante therapie in stadium
III-ziekte waren vrouwelijk geslacht en LNR 26-50%. De mediane overall survival was 116 maanden in de
groep met stadium I/II-ziekte en 61 maanden in de groep met stadium III-ziekte.
Leeftijd, marges, comorbiditeiten, en LNR waren voorspellend voor OS. Dit gold
niet voor adjuvante therapie. Ook in propensiteits-gematchte analyses werd geen
OS-profijt van adjuvante therapie gezien.
De
onderzoekers concluderen dat adjuvante therapie niet geassocieerd is met
overleveringsvoordeel in stadium I tot en met III ABCT.
1.Wegner
RE, Abel S, Hasan S et al. The
role of adjuvant therapy for atypical bronchopulmonary carcinoids. Lung Cancer
2019; epub ahead of print
Summary: An analysis of the National Cancer Database found no survival benefit with adjuvant radiotherapy and/or
chemotherapy for resected stage I-III atypical bronchopulmonary carcinoids.
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)