De waarde
van neoadjuvante endocriene therapie in de behandeling van patiënten met
hormoonreceptor (HR)-positief vroeg-stadium mammacarcinoom (EBC) is niet
duidelijk. Een gepoolde analyse van twee prospectieve gerandomiseerde fase
2-studies, van Emory University (Atlanta GA) en Virginia Commonwealth
University (VCU; Richmond VA) heeft onderzocht of de Oncotype DX Breast
Recurrence Score (RS) voorspellend is voor uitkomsten van HR-positief EBC met
neoadjuvante endocriene therapie of neoadjuvante chemotherapie. Dr. Caitlin Taylor (Ochsner Cancer
Institute, New Orleans LA) en collega’s publiceren de analyse in Breast Cancer Research and Treatment.1
Deze figuur toont het protocol van de Emory-studie en deze figuur toont het protocol van de VCU-studie. Deze figuur toont het CONSORT-diagram voor de gepoolde analyse. Uit de analyse
blijkt dat patiënten met intermediaire RS (11 tot en met 24 of 25 afhankelijk
van de studie) geen significant verschillende klinisch of pathologisch complete
respons hadden met neoadjuvante endocriene versus neoadjuvante chemotherapie.
De
onderzoekers concluderen dat in een subgroep van vrouwen met RS 0 tot en met 25
neoadjuvante chemotherapie veilig achterwege kan blijven, en dat RS-resultaat
een bruikbare tool is in het maken van behandelkeuzen in de neoadjuvante
setting.
1.Taylor
C, Meisel K, Foreman AJ et al. Using
Oncotype DX breast recurrence score® assay to define the role of neoadjuvant
endocrine therapy in early-stage hormone receptor-positive breast cancer.
Breast Cancer Res Treat 2023; epub ahead of print
Summary: Pooled analysis of two prospective
randomized phase 2 studies found that a subgroup of women with HR-positive early
breast cancer and a Oncotype DS Recurrence Score 0-25 may omit neoadjuvant
chemotherapy without compromising outcomes.
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)