Patiënten met metastatische epidurale ruggenmergcompressie (MESCC) krijgen naast chemoradiotherapie steeds vaker ook chirurgie. De impact van chirurgie op de gezondheidsgerelateerde kwaliteit van leven is echter nog niet goed vastgesteld, schrijven dr. Michael Fehlings (Toronto Western Hospital) in een publicatie die online is in het Journal of Clinical Oncology.¹ In de publicatie presenteren ze uitkomsten van de prospectieve AOSpine Study.

Deelnemers aan AOSpine waren 142 patiënten met één symptomatische MESCC-laesie, die tenminste twaalf maanden na de chirurgische ingreep gevolgd werden. De mediane overleving was 7,7 maanden; de dertig-dagen en twaalf-maanden mortaliteit waren 9% respectievelijk 62%. Zes maanden na de ingreep was er significante verbetering in de ambulantiestatus (McNemar test; p<0,001) en de lagere-extremiteiten en totale motoriek (Wilcoxon test; p<0,001). Zes weken en drie, zes, en twaalf maanden na de ingreep waren er significante verbeteringen in de Oswestry Disability Index, de EQ-5D, en de pijninterferentie (p<0,013). Drie maanden na de chirurgie was er verbetering op de American Spinal Injury Association impairment schaal (p=0,004). Op zes van acht SF-36 schalen werd na de ingreep verbetering van de scores gezien. De incidentie van wondcomplicaties was 10%, en in twee patiënten was een tweede chirurgische ingreep vereist.

De onderzoekers concluderen dat chirurgische interventie in aanvulling op radio- en chemotherapie snelle en duurzame verbetering geeft in pijn-, neurologische, functionele en HRQoL-uitkomsten in patiënten met een focale symptomatische MESCC-laesie die een levensverwachting hebben van tenminste drie maanden.

1.Fehlings MG, Nater A, Tetreault L et al. Survival and clinical outcomes in surgically treated patients with metastatic epidural spinal cord compression: results of the prospective multicenter AOSpine study. J Clin Oncol 2015; epub ahead of print