De
RESPONSE-studie heeft laten zien dat de JAK1/2-remmer ruxolitinib superieur is
aan best-beschikbare therapie (BAT) voor het controleren van hematocriet en
verbeteren van de splenomegalie in patiënten met polycythemia vera (PV). De
RESPONSE-2 studie heeft nu ruxolitinib vergeleken met BAT in PV-patiënten die
tweedelijns therapie nodig hebben in afwezigheid van splenomegalie. Prof.
Francesco Passamonti (Universiteit van Insubria, Varese) en collega’s
publiceren de uitkomsten van RESPONSE-2 online in The
Lancet Oncology.1
De studie is
uitgevoerd bij 48 centra in twaalf landen op vier continenten. Deelnemers waren
volwassen PV-patiënten zonder palpeerbare splenomegalie met hydroxyurea
(HU)-resistentie of –intolerantie. Ze werden gerandomiseerd naar oraal
ruxolitinib 10 mg tweemaal daags (n=74) of BAT (n=75). De BAT bestond uit HU in
de hoogst verdragen dosering (n=37), interferon of gepegyleerd interferon
(n=10), pipobroman (n=5), andere behandeling (n=2) of geen behandeling (n=21).
Het primaire eindpunt van de studie was adequate hematocrietcontrole na 28
weken. Deze werd bereikt door 62% van de
patiënten in de ruxolitinib-arm versus 19% van de patiënten in de BAT-arm (OR
7.28; p<0,0001). Ruxolitinib werd goed verdragen, zonder graad 3 of hoger
hematologische toxiciteiten, en met hypertensie in 7% van de patiënten als
enige graad 3- of 4-niethematologische toxiciteit. Twee patiënten overleden
tijdens de studie, beiden in de BAT-arm.
De
onderzoekers concluderen dat ruxolitinib kan worden beschouwd als de standaard
tweedelijns behandeling voor deze post-HU patiëntenpopulatie.
1.Passamonti F, Grieshammer M,
Palandri F et al. Ruxolitinib for the treatment of inadequately controlled
polycythaemia vera without splenomegaly (RESPONSE-2): a randomised, open-label,
phase 3b study. Lancet Oncol 2016; epub ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)