
De studie includeerde 464 deelnemers die pancreas-surveillance ondergingen in het Cancer of the Pancreas Screening program van Johns Hopkins Hospital. Onder deze deelnemers waren er 119 met een bekende schadelijke kiemlijnmutatie in een pancreatic cancer susceptibility gene; de overige 345 ondergingen surveillance vanwege familiegeschiedenis maar waren niet bekend als drager van een kiemlijnmutatie. De onderzoekers gebruikten next-generation sequencing om in deze 345 deelnemers voorheen-niet-bekende kiemlijnmutaties te identificeren. Onder de 345 deelnemers waren er 15 (4,3%) in wie een dergelijke mutatie gevonden werd (negen in ATM, twee in BRCA2, en één in BRCA1, PALB2, TP53, en CPA1).
Daarmee kwam het aantal deelnemers met een schadelijke kiemlijnmutatie op 134, en het aantal deelnemers met ‘alleen familiegeschiedenis’ op 330. Tijdens de surveillance was de cumulatieve incidentie van pancreascarcinoom, hooggradige dysplasie, of verontrustende features bij pancreas imaging significant hoger in de groep met kiemlijnmutaties dan in de groep met familiegeschiedenis. Voor kiemlijnmutaties versus familiegeschiedenis bedroeg de pancreascarcinoom-HR 2,85 (p=0,05).
De onderzoekers concluderen dat de cumulatieve incidentie van pancreasmaligniteit significant hoger is onder personen met een identificeerbare schadelijke kiemlijnmutatie in een pancreatic cancer susceptibility gene dan onder personen met familiegeschiedenis maar geen geïdentificeerde mutatie. Genetisch testen van personen met familiegeschiedenis kan bijdragen aan het identificeren van individuen met het hoogste risico.
1.Abe T, Blackford AL, Tamura K et al. Deleterious germline mutations are a risk factor for neoplastic progression among high-risk individuals undergoing pancreatic surveillance. J Clin Oncol 2019; epub ahead of print
Summary: A study at Johns Hopkins Hospital (Baltimore) found that the cumulative incidence of pancreatic cancer is significantly higher among individuals with an identifiable deleterious germline mutation in a pancreatic cancer susceptibility gene than it is among individuals with a strong family history but no indentified mutation (HR 2.85; p=0.05).