Er is debat
over de relatie tussen radiotherapie voor rectumcarcinoom en het risico van
secundaire maligniteiten. Dr. René Warschkow (Kantonsspital St. Gallen,
Zwitserland) en collega’s hebben een studie van dit onderwerp uitgevoerd. Ze
publiceren de studie online in Radiotherapy &
Oncology.1 De studie is gebaseerd op SEER-databasegegevens van
patiënten die tussen 1973 en 2013 resectie met of zonder radiotherapie ondergingen
voor gelokaliseerd of lokaal-gevorderd rectumcarcinoom. De mediane follow-up
van de patiënten was 5,8 jaar (range 1,0 tot 39,9 jaar).
Van de
77.484 patiënten ondergingen er 34.114 resectie met radiotherapie en 43.370
alleen resectie. Overall was radiotherapie in propensity-score gecorrigeerde
analyse niet geassocieerd met het risico van secundaire maligniteiten (HR 0,97;
p=0,269). Uitgesplitst naar verschillende typen maligniteit was er wel degelijk
een effect van radiotherapie. In patiënten die radiotherapie kregen was het
risico van prostaatcarcinoom meer dan gehalveerd (HR 0,42; p<0,001) en het
risico van endometriumcarcinoom bijna verdubbeld (HR 1,95; p<0,001).
Patiënten die radiotherapie kregen hadden een verhoogd risico van longcarcinoom
(HR 1,18; p<0,001), blaascarcinoom (HR 1,54; p<0,001), en lymfoom (HR
1,26; p=0,026).
De
onderzoekers concluderen dat radiotherapie in patiënten die resectie ondergaan
voor rectumcarcinoom het risico van prostaatcarcinoom verlaagt maar de risico’s
van endometriumcarcinoom, longcarcinoom, blaascarcinoom, en lymfoom verhoogt.
1.Warschkow
R, Güller U, Cerny T et al. Secondary
malignancies after rectal cancer resection with and without radiation therapy.:
A propenisty-adjusted, population-based SEER analysis. Radiotherapy öncology
2017; epub ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)