De
incidentie van melanoom in situ (MIS) neemt toe. Er is geen duidelijkheid over
de lange-termijn prognose na een MIS-diagnose. Een bevolkings-gebaseerde
cohortstudie op basis van gegevens in de SEER-database heeft uitkomsten van
patiënten met een eerste MIS-diagnose tussen begin 2000 en eind 2018
geïnventariseerd. Dr. Adewole Adamson (University of Texas at Austin) en
collega’s publiceren de studie in JAMA Dermatology.1
In de
database vonden de onderzoekers gegevens over 137.872 patiënten met een eerste
(en enige) MIS-diagnose. De gemiddelde leeftijd bij diagnose was 61,9 ± 16,5
jaar, en de gemiddelde follow-up na de diagnose was 6,6 jaar (range 0 – 18,9). De figuur laat zien dat de vijftien-jaars melanoomspecifieke overleving 98,4% was
(95%-bti 98,3-98,5) en de vijftien-jaars relatieve overleving (versus
leeftijdgenoten zonder MIS) 112,4% (95%-bti 112,0-112,8). Onder de patiënten
met primair MIS ontwikkelde 4,3% een tweede primair invasief melanoom en 7,4%
een tweede primaire MIS.
De
onderzoekers concluderen dat patiënten na een MIS-diagnose een licht-verhoogd
risico van melanoomspecifieke mortaliteit hebben, en gemiddeld langer leven dan
personen in de algemene bevolking, hetgeen kan wijzen op detectie van laag-risico
ziekte onder health-seeking personen.
1.Patel VR, Roberson ML, Pignone MP,
Adamson AS. Risk of mortality after a diagnosis of melanoma in situ. JAMA
Dermatol 2023.1494
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)