Dr. Sarah Blair (University of California, San Diego) en collega’s hebben in de SEER-database een inventarisatie uitgevoerd van incidentie en behandelingen van DCIS in vrouwen ouder dan tachtig jaar. Ze publiceren hun resultaten vandaag online in Breast Cancer Research and Treatment.¹ In de SEER-database identificeerden de onderzoekers 42.899 vrouwen met een enkele primaire DCIS tussen begin 2000 en eind 2012. Van deze vrouwen waren er 2566 ouder dan tachtig jaar (5,98%).

De incidentie van DCIS in het cohort van patiënten in de leeftijd tot en met tachtig jaar was 8 per 100.000 vrouwen per jaar, vergeleken met 11,7 per 100.000 per jaar in het tachtigplus-cohort. Het percentage met hooggradig DCIS verschilde niet significant tussen beide cohorten (10,7% in het tachtigmin-cohort versus 9,8% in het tachtigplus-cohort (p=0,246). In het tachtigmin-cohort onderging 97% chirurgie versus 92% in het tachtigplus-cohort (p<0,001). Radiotherapie werd gebruikt in 47% versus 22% (p<0,001). In multivariate analyse was chirurgie voor tachtigplussers niet geassocieerd met statistisch significant overlevingsprofijt; dit was wel het geval voor tachtigplussers met hooggradig DCIS (HR 0,14; 95%-bti 0,02-0,68) maar niet voor tachtigplussers met laaggradig DCIS (HR 0,46; 95%-bti 0,10-2,03).

De onderzoekers concluderen dat patiënten ouder dan tachtig jaar een relatief hoge incidentie van DCIS hebben en relatief weinig behandeld worden. Patiënten ouder dan tachtig jaar met hooggradig DCIS hebben significant overlevingsprofijt van chirurgie. De studie suggereert dat de DCIS-graad en niet de leeftijd van de patiënt de keus voor behandeling dient te geleiden.

1.Ward EP, Weiss A, Blair SL. Incidence and treatments of DCIS in octogenarians: grade matters. Breast Cancer Res Treat 2017; epub ahead of print