De associatie tussen gebruik van testosterontherapie (TT) door mannen en het risico van maligniteiten is niet duidelijk. Een analyse van de SEER-Medicare database heeft de associatie tussen TT-gebruik en het risico van zeven typen maligniteiten geïnventariseerd. Dr. Eboneé Butler (National Cancer Institute, Bethesda MD) en collega’s publiceren de analyse in het British Journal of Cancer.¹

De retrospectieve bevolkings-gebaseerde patiënt-controlestudie includeerde mannen met tussen begin 1992 en eind 2015 gediagnostiseerd maligniteiten van de prostaat (n=130.713), long (n=105.466), colorectum (n=56.433), blaas (n=38.873), of slokdarm (n=9116), of non-Hodgkin lymfoom (n=17.854) of melanoom (n=14.241). De controlegroep bestond uit 100.000 Medicare-verzekerden zonder maligniteiten. De analyse laat zien dat TT geassocieerd was met verlaagd risico van metastatisch prostaatcarcinoom (injectie/implantatie TT: OR 0,72; 95%-bti 0,60-0,86; topische TT: 0,50; 0,24-1,03) en metastatisch colorectaalcarcinoom (injectie/implantatie 0,75; 0,62-0,90; topisch 0,11; 0,05-0,24) maar met verhoogd risico van metastisch melanoom (injectie/implantatie 1,70; 1,37-2,11). TT was niet geassocieerd met risico’s van de vier andere bestudeerde maligniteiten.

De onderzoekers concluderen dat TT invers geassocieerd was met gevorderd prostaat- en colorectaalcarcinoom maar positief geassocieerd was met gevorderd melanoom.

1.Butler EN, Zhou CK, Curry M et al. Testosterone therapy and cancer risks among men in the SEER-Medicare linked database. Br J Cancer.

Summary: Analysis of the SEER-Medicare database found that among men use of testosterone therapy was inversely associated with distant-stage prostate en colorectal cancers, but was positively associated with distant-stage melanoma.