Familiegeschiedenis
van mammacarcinoom (BC) is geassocieerd met een verhoogd risico van
contralateraal mammacarcinoom (CBC) in patiënten met unilateraal BC, ook in
afwezigheid van BRCA1/2-mutaties. Dr.
Scott Cantor (MD Anderson Cancer Center, Houston) en collega’s hebben in een
simulatiemodel de kwaliteits-gecorrigeerde overleving vergeleken na
contralaterale profylactische mastectomie (CPM) versus alleen surveillance in
relatie tot familiegeschiedenis en leeftijd onder BC-patiënten. De studie is online gepubliceerd in Breast Cancer Research.1
Deze figuur toont de belangrijkste uitkomsten van de simulatiestudie. Naarmate
patiënten bij diagnose ouder worden neemt het profijt van CPM af. Het profijt
van CPM is het hoogst bij vrouwen met ER-positief BC met eerstegraads familiegeschiedenis
van bilateraal BC, en het laagst bij vrouwen met ER-negatief BC
zonder familiegeschiedenis van BC. Sensitiviteitsanalyse liet zien dat het
hoogste voorspelde profijt van CPM, met verondersteld 95% reductie van het
risico van CBC, uitkwam op 0,57 QALYs voor een veertig jaar oude vrouw met stadium
I BC met een eerstegraads familiegeschiedenis van bilateraal BC. Het profijt
van CPM was negatief voor de meeste subgroepen vrouwen in de leeftijd van zeventig
jaar met stadium III BC, ongeacht de familiegeschiedenis.
De
onderzoekers concluderen dat vrouwen in de leeftijd van veertig jaar met
stadium I BC en een eerstegraads verwant met bilateraal BC een QALY-profijt van
CPM hebben dat vergelijkbaar is met wat is gerapporteerd voor BRCA1/2-mutatiedraagsters. Voor de
meeste subgroepen heeft CPM een minimaal tot geen effect op de
kwaliteits-gecorrigeerde levensverwachting.
1. Davies KR, Brewster AM, Bedrosian I et al. Outcomes
of contralateral prophylactic mastectomy in relation to familial history: a
decision analysis (BRCR-D-16-00033). Breast Cancer Res 2016; epub ahead of
print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)