
De analyse includeerde 218 patiënten voor wie tussen 28 dagen voor en 21 dagen na RECIST-gedefinieerde PD een CA-125 reading beschikbaar was. Slechts in 94 patiënten (43%) was er concordantie tussen RECIST en CA-125 (42% in de chemotherapie-arm en 45% in de bevacizumab-combinatie arm; p=0,6). In de overige 124 patiënten werd geen CA-125 gedefinieerde PD gezien, ondanks PD volgens imaging. CA-125 was nog minder sensitief voor het detecteren van PD in patiënten met vroege (binnen acht weken na randomisatie) RECIST-gedefinieerde PD: in 69% van deze patiënten werd geen CA-125 PD gezien, versus 53% in patiënten met late RECIST-gedefinieerde PD (p=0,053). De ziektestatus volgens CA-125 op het moment van RECIST-gedefinieerde PD was niet prognostisch voor overall survival.
De onderzoekers concluderen dat in deze platina-resistente populatie PD gewoonlijk eerder werd gedetecteerd met imaging dan met CA-125. Regelmatige radiologische follow-up en symptoom-beoordeling is geboden in deze patiëntengroep.
1.Lindemann K, Kristensen G, Mirza MR et al. Poor concordance between CA-125 and RECIST at the time of disease progression in patients with platinum-resistant ovarian cancer: analysis of the AURELIA trial. Ann Oncol 2016; epub ahead of print