Type 2
diabetes mellitus (T2DM) is een bekende risicofactor voor pancreascarcinoom.
Prof. Philippe Autier (International Prevention Research Institute, Lyon) en
collega’s hebben de hypothese onderzocht dat start of intensivering van medicatie
voor T2DM een vroeg signaal van pancreascarcinoom kan zijn. Autier’s collega dr.
Alice Koechlin presenteert de studie vandaag op het European Cancer Congress 2017 in Amsterdam.1 De
onderzoekers linkten gegevens over voorgeschreven diabetesmedicatie aan
pancreascarcinoomgegevens in België en in Lombardije (Milaan en omstreken).
De studie
includeerde in België 386.377 diabetespatiënten van wie 885 tijdens de follow-up
(2008-2014) pancreascarcinoom ontwikkelden en in Lombardije 456.311
diabetespatiënten van wie 1872 pancreascarcinoom ontwikkelden tijdens de
follow-up (2008-2013). Het percentage patiënten met een diagnose
pancreascarcinoom na eerste recept voor T2DM-medicatie nam opvallend af in de
tijd: 25% in België en 18% in Lombardije van de pancreascarcinoomdiagnoses werd
gesteld in de eerste negentig dagen na het eerste recept, en in beide regio’s rond
50% binnen een jaar. De switch van orale medicatie naar insuline- of incretinetherapie
trad eerder op in patiënten met een diagnose pancreascarcinoom tijdens de
follow-up dan bij patiënten zonder een diagnose pancreascarcinoom (mediaan 372
versus 594 dagen voor switch naar incretine en mediaan 315 dagen versus 437
dagen voor switch naar insuline; beide p<0,001). Het risico van
pancreascarcinoom was geassocieerd met switch van orale medicatie naar
incretine of insuline (HR 11,9; 95%-bti 10,4-13,6; in België).
De
onderzoekers concluderen dat start of intensivering van medicatie voor T2DM in
sommige patiënten een vroeg signaal van pancreascarcinoom kan zijn.
1.Autier P et al. ECC 2017; abstr. 540
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)