Patiënten
met familaire adenomeuze polyposis (FAP) hebben een verhoogd risico van
duodenale poliepen en carcinomen. Chirurgisch en endoscopisch management van
duodenale neoplasie is moeilijk. Dr. Deborah Neklason (University of Utah, Salt
Lake City) en collega’s hebben een studie uitgevoerd van werkzaamheid van
sulindac en erlotinib voor duodenale neoplasie in FAP. De uitkomsten van de studie zijn online gepubliceerd in JAMA.1
Deelnemers
aan de studie waren 92 FAP-patiënten (gemiddelde leeftijd 41 jaar; 61% vrouw). Ze
werden voor de duur van zes maanden gerandomiseerd naar sulindac 150 mg
tweemaal daags plus erlotinib 75 mg eenmaal daags (n=46) of placebo (n=46). Bij
aanvang en na zes maanden werd het aantal en de diameter van de poliepen in het
duodenum bepaald. Het primaire eindpunt van de studie was de verandering in totale
poliepbelasting na zes maanden, gedefinieerd als de som van de diameter van de
poliepen. In de sulindac-erlotinib groep was de mediane verandering in
poliepbelasting een afname van 29,0 mm naar 19,5 mm; in de placebogroep werd
een toename gezien van 23,0 mm naar 31,0 mm (p<0,001). Het mediane aantal
poliepen nam in de sulindac-erlotinib groep af van 13,5 naar 10,0 en nam in de
placebogroep toe van 10,5 tot 17,5. Graad 1- en 2-bijwerkingen werden meer gezien
in de sulindac-erlotinib groep. Er waren slechts twee patiënten met graad
3-bijwerkingen; één in elke groep. De studie werd na het randomiseren van 92
patiënten prematuur gestopt wegens superioriteit.
De
onderzoekers concluderen dat in patiënten met FAP de combinatie van sulindac en
erlotinib resulteert in verlaging van de duodenale poliepbelasting na zes
maanden.
1.Samadder
NJ, Neklason DW, Boucher KM et al. Effect of sulindac and erlotinib vs placebo on duodenal neoplasia in
familial adenomatous polyposis. A randomized trial. JAMA 2016; epub ahead of
print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)