
De onderzoekers stuurden vragenlijsten naar hoog-risico klinieken die samenwerken in CIMBA (Consortium of Investigators of Modifiers of BRCA1/2). Tweeëntwintig centra in zestien landen respondeerden. De pre-RRS surveillance-schema’s in verreweg de meeste centra behelzen borst-imaging van 18 tot 30 jaar, en klinisch borstonderzoek (CBE) iedere zes tot twaalf maanden. Zestien centra bieden halfjaarlijks of jaarlijks gyncologisch onderzoek aan, transvaginaal ultrasound en CA 125-bepalingen. Na risicoverlagende mastectomie bieden de meeste centra alleen jaarlijks CBE aan, en vier centra jaarlijkse MRI. Na risico-verlagende salpingo-ovariëctomie bieden slechts vier centra specifieke gynecologische surveillance aan.
De onderzoekers concluderen dat bestaande richtlijnen voor detectie van mamma- en ovariumcarcinoom in BRCA1/2-mutatiedraagsters pre-RRS algemeen worden toegepast hoewel ze niet internationaal geharmoniseerd zijn. Post-RRS bieden de meest centra geen specifiek surveillance.
1.Madorsky-Feldman D, Sklair-Levi M, Perri T et al. An international survey of surveillande schemes for unaffected BRCA1 and BRCA2 mutation carriers. Breast Cancer Res Treat 2016; epub ahead of print