Er is geen
duidelijkheid over het effect van lange-termijn gebruik van botmodificerende
middelen (BMAs) op het symptomatische skelet-gerelateerde gebeurtenissen (SSEs)
in patiënten met botmetastasen (BMs). Een retrospectieve studie van de
University of Ottawa (Canada) heeft incidentie van SSEs geïnventariseerd in
patiënten die lange-termijn BMAs kregen voor BMs van mammcarcinoom (BC) of
castratieresistent prostaatcarcinoom (CRPC). Prof. Mark Clemons en collega’s
publiceren de studie in Supportive Care in Cancer.1
De studie
includeerde 109 patiënten met BC-BMs en 53 patiënten met CRPC-BMs. De mediane
leeftijd bij BM-diagnose in de twee groepen was 61,9 jaar (range 27,5-97,2) respectievelijk
72,1 jaar (37,0-92,2); de mediane duur van BMA-gebruik was 2,3 jaar (0,1-9,9)
respectievelijk 3,8 jaar (1,5-9,4). De BC-patiënten kregen pamidronaat,
denosumab, of zoledronaat; alle CRPC-patiënten kregen denosumab. Tijdens de
follow-up hadden 59% van de BC-patiënten en 75% van de CRPC-patiënten tenminste
één SSE. Het percentage patiënten met SSEs in het eerste jaar na de BM-diagnose
was hoger (38,9%) dan in het tweede (17,5%) of het derde jaar (24,4%).
De
onderzoekers concluderen dat onder patiënten die langdurig BMAs kregen voor BMs
van BC of CRPC de incidentie van SSEs hoog was, met name in het eerste jaar na
de BM-diagnose.
1.Alzahrani
M, Stober C, Liu M et al. Symptomatic
skeletal-related events in patients receiving longer term bone-modifying agents
for bone metastases from breast and castration resistant prostate cancer. Supp
Care Cancer 2022; epub ahead of print
Summary: A retrospective study at the University
of Ottawa (Canada) found that among patients receiving longer-term
bone-modifying agents for bone metastases from breast cancer or castration-resistant
prostate cancer, the risk of symptomatic skeletal events was greatest in the
first year after diagnosis of bone metastasis.
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)