Logo Jan Blom
Login

Oncologisch onderzoek.nl

Symptoombelasting geassocieerd met late LCNP in lange-termijn overlevers van orofarynxcarcinoom


Dr. Katherine HutchesonLower cranial neuropathy (LCNP) is een zeldzaam maar potentieel invaliderend gevolg van radiotherapie en andere behandelingen voor hoofd-halscarcinoom. Overlevers die late LCNP ontwikkelen (gedefinieerd als ontstaan meer dan drie maanden na voltooiing van de behandeling) kunnen ernstige functionele stoornis ervaren, met defecten in slikken en spreken. Een studie van MD Anderson Cancer Center (Houston TX) onderzocht de assocatie van late LCNP met de ernst van behandeling-gerelateerde symptomen en algemeen functioneren in overlevers van orofarynxcarcinoom (OPC). Dr. Katherine Hutcheson en collega’s publiceren de studie online in JAMA Otolaryngology – Head and Neck Cancer.1

De cross-sectionele studie includeerde 889 OPC-overlevers die tussen begin 2000 en eind 2013 in het ziekenhuis van MD Anderson behandeld werden (84,7% man, 92,4% blank; mediane leeftijd 56 jaar; mediane overlevingstijd bij inclusie 7 jaar). De geïncludeerde patiënten waren ziektevrij en hadden de behandeling tenminste een jaar voor inclusie voltooid. Het primaire eindpunt van de studie was het gemiddelde van de top-vijf meest-ernstig gescoorde symptomen van alle 22 symptomen van de MD Anderson Symptom Inventory Head and Neck Cancer Module (MDASI-HN). Secundaire eindpunten waren gemiddelde MDASI-HN interferentiescores en single-item scores.

Het cohort omvatte 36 overlevers (4,0%) die late LCNP ontwikkeld hadden. Late LCNP was significant geassocieerd met slechtere gemiddeldde top-vijf MDASI-HN symptoomscores (coëfficiënt 1,54; 95%-bti 0,82-2,26) na correctie voor leeftijd, overlevingstijd, geslacht, behandelingsmodaliteit, T-stadium, OPC-subsite, roken, en voedingsgewoonten voor behandeling. Late LCNP was in multivariate analyse ook significant geassocieerd met slechtere single-item scores voor slikken of kauwen (2,25; 95%-bti 1,33-3,18), mucus (1,97; 95%-bti 1,03-2,91), vermoeidheid (1,35; 95%-bti 0,40-2,21), en spraaksymptomen (2,30; 95%-bti 1,60-3,03).

De onderzoekers concluderen dat in OPC-overlevers LCNP geassocieerd was met hogere symptoombelasting.

1.Aggarwal P, Zaveri JS, Goepfert RP et al. Symptom burden associated with late lower cranial neuropathy in long-term oropharyngeal cancer survivors. JAMA Otolaryngol Head Neck Surg 2018; epub ahead of print

Summary: A cross-sectional study at MD Anderson Cancer Center found that in survivors of oropharyngeal cancer occurrence of late lower cranial neuropathy was associated with cancer treatment-related symptoms.

Commentaren


Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Nog geen commentaren