De
immuuncheckpoints CTLA4 en PD-1 hebben een remmende invloed op het functioneren
van CD8+ T-cellen, resulterend in een verminderde
antitumor-werkzaamheid van effector T-cellen. Dit schrijven dr. Zuheng ‘Anita’
Wang (Yale University, New Haven CT) en collega’s in een publicatie die vandaag online verschijnt in Breast
Cancer Research and Treatment.1 In de publicatie presenteren ze
uitkomsten van een studie van de prognostische betekenis van CTLA4, PD-1 en
T-celactiveringsstatus in mammacarcinoom.
De
onderzoekers bepaalden de associaties van CTLA4- en PD-1-expressie en gewogen
T-celactivering met de overall survival
in een openbaar-toegankelijke RNA-sequentie dataset van 1087
mammacarcinoompatiënten. Uit de analyses blijkt dat hoge CTLA4- maar lage
PD-1-expressie geassocieerd was met slechte OS, en dat hoge T-celactivering
geassocieerd was met verbeterde OS. In de drie groepen patiënten met hoge,
intermediaire, en lage activitering van T-cellen was de mediane OS respectievelijk
216,6 maanden, 127,0 maanden, en 120,5 maanden (log-rank p=0,084). In
multivariate analyse was de OS-HR voor de groep met de hoge versus lage
activering 0,48 (95%-bti 0,26-0,86) en de OS-HR voor de groep met de
intermediaire versus lage activering 0,81 (95%-bti 0,56-1,19) met een p value for trend 0,016.
De
onderzoekers concluderen dat de score voor T-celactivering positief
geassocieerd is met de OS, en wellicht kan worden gebruikt als marker voor de
waarde van gepersonaliseerde immuuntherapie voor mammacarcinoom.
1.Lu L, Bai Y, Wang Z. Elevated T cell
activation score is associated with improved survival of breast cancer. Breast
Cancer Res Treat 2017; epub ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)