Tamoxifentherapie maakt integraal onderdeel uit van de behandeling van patiënten met hormoonreceptor-positief mammacarcinoom. Er bestaat echter een associatie tussen tamoxifen en trombo-embolische gebeurtenissen (TEs). Flap- en systemische TEs hebben ‘devastating consequences’ in microvasculaire borstreconstructie, schrijven dr. Rajiv Parikh en dr. Elizabeth Odom (Washington University, St. Louis MO) en collega’s in een publicatie die vandaag online verschijnt in Breast Cancer Research and Treatment.¹ In de publicatie presenteren ze uitkomsten van een meta-analyse van studies van de associatie van perioperatieve tamoxifentherapie en het risico van complicaties en TEs in mammacarcinoompatiënten die microvasculaire borstreconstructie ondergaan.

In de literatuur van januari 2003 tot februari 2016 vonden de onderzoekers vier voor het onderwerp relevante studies met tezamen 1700 patiënten en 2245 ingrepen. Vergeleken met patiënten die geen tamoxifen kregen hadden patiënten die wel perioperatief tamoxifen kregen een vijftig procent verhoogd risico van trombotische flap-complicaties (gepoold RR 1,5; 95%-bti 1,14-1,98) en een ruim driemaal verhoogd risico van totaal flapverlies (gepoold RR 3,35; 95%-bti 0,95-11,91). Er was geen significante heterogeniteit en er waren geen aanwijzingen voor publicatiebias.

De onderzoekers concluderen dat perioperatieve tamoxifentherapie in mammacarcinoompatiënten die microvasculaire borstreconstructie ondergaan het risico van trombotische flap-complicaties en flapverlies kan verhogen.

1. Parikh RP, Odom EB, Yu L et al. Complications and thromboembolic events associated with tamoxifen therapy in patients with breast cancer undergoing microvascular breast reconstruction: a systematic review and meta-analysis. Breast Cancer Res Treat 2017; epub ahead of print