BRAF-V600E is een in potentie highly targetable mutatie die wordt
gezien in een subset van pediatrische laaggradige gliomen (PLGGs). Dr. Uri
Tabori (The Hospital for Sick Children, Toronto) en collega’s hebben een studie
uitgevoerd van klinische en genetische kenmerken van de mutatie in PLGG-patiënten
van het SickKids-ziekenhuis. De onderzoekers vergeleken de uitkomsten van patiënten
met de mutatie met die van patiënten van achttien andere centra in acht landen.
Ze publiceren de studie online in het Journal of Clinical
Oncology.1
Het
SickKids-cohort omvatte 510 PLGG-patiënten. Onder de 405 patiënten die in de
analyse zijn geïncludeerd waren er 69 (17%) met de BRAF V600E mutatie. Patiënten met BRAF V600E PLGG vergeleken met BRAF-wildtype
PLGG slechte uitkomsten na adjuvante chemotherapie en radiotherapie,
resulterend in tien-jaars progressievrije overleving van 27% versus 60,2%
(p<0,001). Factoren die in multivariate analyse onafhankelijk geassocieerd
waren met de slechte uitkomsten van BRAF
V600E PLGG waren mate van resectie en CDKN2A-deletie.
Deze waarneming werd bevestigd in het multinationale cohort van 180 BRAF V600E
PLGG-patiënten.
Zes BRAF
V600E PLGG-patiënten met progressie na conventionele behandeling kregen in een compassionate use programma gerichte
BRAF-remmer therapie. De figuur laat de respons na zes maanden zien voor patiënten uit de beide
cohorten en voor de zes patiënten die BRAF-remmer kregen. Op het moment van de
nu gepubliceerde analyse werden alle zes patiënten nog behandeld, na mediane follow-up
van 18,5 maanden (range 15 tot 36 maanden).
De
onderzoekers concluderen dat BRAF
V600E PLGG een onderscheiden ziekte-entiteit is met slechte prognose na huidige
adjuvante therapie.
1. Lassaletta A, Zatopocky M, Mistry M et al. Therapeutic
and prognostic implications of BRAF V600E in pediatric low-grade gliomas. J
Clin Oncol 2017; epub ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)