Veneuze
trombo-embolie (VTE) is een ernstige complicatie van maligniteiten en de
behandeling daarvan. Dr. Judith Brand (voorheen UMC Utrecht) en haar collega’s
van het Karolinska Instituut in Stockholm hebben een analyse uitgevoerd van het
verloop in de tijd van het VTE-risico in patiënten met mammacarcinoom. De analyse is online gepubliceerd in Cancer.1
De
onderzoekers inventariseerden in de regio Stockholm-Gotland het optreden van
VTE in 8338 patiënten met een diagnose mammacarcinoom tussen 2001 en 2009, met
follow-up tot 2012. Ze vergeleken deze incidentie met het voorkomen van VTE
onder 39.019 voor leeftijd gematchte controlepersonen uit de algmene bevolking.
Tijdens een mediane follow-up van 7,2 jaar werd in 426 mammacarcinoomatiënten
een VTE-gebeurtenis gerapporteerd (cumulatieve incidentie 5,1%). Vergeleken met
de algemene bevolking was de VTE-incidentie in de patiënten ruim driemaal
verhoogd (HR 3,28; 95%-bti 2,87-3,74). De risicoverhoging was het grootst tijdens de eerste zes maanden na de diagnose
(HR 8,62; 95%-bti 6,56-11,33) met een daarna doorgaande verhoging van het risico (na vijf
jaar HR 2,19; 95%-bti 1,80-2,67). Onafhankelijke voorspellers van VTE waren
hogere leeftijd, overgewicht, vooraf-bestaande VTE, comorbiditeiten,
tumorgrootte > 40 mm, PR-negatieve status, meer dan vier aangedane
lymfeklieren, en chemo- en endocriene therapie. De impact van chemotherapie was beperkt tot early-onset
VTE, terwijl comorbiditeiten en PR-negatieve status sterker geassocieerd waren
met late-onset gebeurtenissen.
De
onderzoekers concluderen dat de analyse het lange-termijn risico van VTE in
patiënten met mammacarcinoom bevestigt en een set klinische risicofactoren
identificeert.
1.Brand JS, Hedayati E, Bhoo-Pathy N
et al. Time-dependent risk and predictors of venous thromboembolism in breast
cancer patients: a population-based cohort study. Cancer 2016; epub ahead of
print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)