Er is weinig informatie beschikbaar over het verloop in de tijd van en risicofactoren voor mentale aandoeningen in patiënten met mammacarcinoom. Prof. Kamila Czene (Karolinska Instituut, Stockholm) en collega’s hebben een studie uitgevoerd van standardized incidence ratios (SIRs) van depressie, angst, en stress-gerelateerde aandoeningen in deze patiënten. De uitkomsten van de studie zijn online gepubliceerd in het International Journal of Cancer.¹

Deelneemsters aan de studie waren 40.849 Zweedse vrouwen met invasief mammacarcinoom en 4402 met mammacarcinoom in situ; in beide groepen was de diagnose gesteld tussen begin 2001 en eind 2010. De mediane follow-up was 4,5 jaar. De vrouwen met invasieve ziekte hadden vergeleken met vrouwen uit de algemene bevolking een verhoogd risico van depressie (SIR 1,57; 95%-bti 1,46-1,69), angst (SIR 1,55; 95%-bti 1,43-1,68), en stress-gerelateerde aandoeningen (SIR 1,77; 95%-bti 1,60-1,95). De SIRs waren het hoogst kort na de diagnose, maar bleven verhoogd tot vijf jaar na de diagnose. Jongere leeftijd bij diagnose, comorbiditeit, hooggradige ziekte, lymfeklierbetrokkenheid en chemotherapie waren onafhankelijk geassocieerd met het risico van depressie en angst; waarbij chemotherapie en hooggradige ziekte alleen geassocieerd waren met verhoogd korte-termijn risico, terwijl comorbiditeiten vooral geassocieerd waren met late verhoging van het risico. Alleen jeugdige leeftijd was geassocieerd met het risico van stress-gerelateerde aandoeningen. Patiënten met in situ-ziekte hadden alleen een verhoogd risico van stress-gerelateerde aandoeningen gedurende de eerste zes maanden na de diagnose (SIR 2,77; 95%-bti 1,32-5,81).

De onderzoekers concluderen dat deze informatie over tijdsafhankelijk risicoprofielen van belang kan zijn voor tijdige en gerichte psycho-oncologische interventies.

1.Yang H, Brand JS, Fang F et al. Time-dependent risk of depression, anxiety, and stress-related disorders in patients with invasive and in-situ breast cancer. Int J Cancer 2016; epub ahead of print