
De studie includeerde patiënten met stadium I of II NSCLC die chirurgische resectie ondergingen tussen begin 1998 en eind 2016. Voor ieder jaar inventariseerden de onderzoekers de drie-jaars OS (van patiënten met resectie tussen 1998 en 2014) en de vijf-jaars OS (1998-2012). De drie-jaars OS nam toe van 56% in 1998 tot 83% in 2014, met een annual percentage change van 1,8. De vijf-jaars OS nam toe van 47% in 1998 tot 76% in 2012 met een APC van 3,1. Voorspellers van slechtere OS waren hogere leeftijd, mannelijk geslacht, geschiedenis van diabetes, coronaire slagaderziekte, en COPD; hoge ASA-score, pakjaren roken, hooggradige tumor, pneumonectomie, thoracotomie, neoadjuvante therapie, klierbetrokkenheid, en positieve tumormarge.
De onderzoekers concluderen dat recente veranderingen in het management van vroeg-stadium NSCLC geassocieerd waren met verbetering van de overleving. De geïdentifceerde voorspellers van overleving zouden kunnen worden gebruikt voor verfijning van de selectiecriteria voor resectie.
1.Shewale JB, Corsini EM, Correa AM et al. Time trends and predictors of survival in surgically resected early-stage non-small cell lung cancer patients. J Surg Oncol 2020; epub ahead of print
Summary: A study at MD Anderson Cancer Center (Houston, TX) found an upward time trend in OS after surgical resection for early-stage NSCLC (five-year OS: 47% in 1998 and 76% in 2012; annual percentage change 3.1).