
De onderzoekers voerden CGP uit van 412 intrahepatische cholangiocarcinomen (IHCCAs), 57 extrahepatische cholangiocarcinomen (EHCCAs) en 85 galblaascarcinomen (GBCAs). Ze correleerden het mutatieprofiel met de uitkomst van standaard en experimentele behandelingen voor 321 patiënten. De meest-frequent waargenomen genomische abnormaliteiten in IHCCA waren mutaties in TP53 (27%), CDKN2A/B (27%), KRAS (22%), ARID1A (18%), en IDH1 (16%). In EHCCA vonden de onderzoekers mutaties in KRAS (42%), TP53 (40%), CDKN2A/B (17%) en SMAD4 (21%), en in GBCA in TP53 (59%), CDKN2A/B (19%), ARID1A (13%), en ERBB2 (16%). Patiënten met FGFR genomische abnormaliteiten hadden superieure overall survival met FGFR-gerichte therapie versus standaard regimes (p=0,006). Gerichte therapie in IHCCA was geassocieerd met een numerieke verbetering van OS (p=0,07).
De onderzoekers stellen dat dit de grootste klinisch geannoteerde CGP-dataset van BTC-patiënten is. De studie illustreert dat CGP de uitkomsten van patiënten kan verbeteren.
1.Javle M, Bekali-Saab T, Jain A et al. Biliary cancer: utility of next-generation sequencing for clinical management. Cancer 2016; epub ahead of print