Vrouwen die
borstsparende chirurgie (BCT) en radiotherapie hebben ondergaan voor
mammacarcinoom (BC) houden een verhoogd risico van een tweede BC; hetzij lokaal
recidief of een nieuw primair BC. Vroege detectie van tweede BCs in de
asymptomatische fase kan de relatieve overleving sterk verbeteren. Dr. Nariya
Cho (Nationale Universiteit Seoel, Zuid-Korea) en collega’s hebben de waarde
onderzocht van toevoegen van ultrasonografie of MRI aan de mammografiescreening
na BCT in jonge vrouwen. Ze publiceren de studie online in JAMA Oncology.1
De studie
werd uitgevoerd in zes centra in Zuid-Korea. Deelneemsters waren 754 vrouwen
die BCT hadden ondergaan voor BC dat was gediagnostiseerd voor de leeftijd van
51 jaar. De vrouwen ondergingen driemaal jaarlijkse mammografie-, US- en
MRI-screening. Er werden 17 BCs gedetecteerd, waarvan 13 in stadium 0 of 1. De cancer detection rate van mammografie
plus MRI (8,2 per 1000) was hoger dan die van alleen mammografie (4,4 per 1000;
p=0,003). Ook de sensitiviteit van mammografie plus MRI (100%) was hoger dan
die van alleen mammografie (53%; p=0,01). Toevoegen van US aan mammografie
resulteerde eveneens in hoger cancer
detection rate (6,8 versus 4,4 per 1000; p=0,03). De specificiteit van
mammografie plus MRI (87%) en van mammografie plus US (88%) was lager dan die
van alleen mammografie (96%; p<0,001). Er werden in het cohort geen
intervalcarcinomen waargenomen.
De
onderzoekers concluderen dat na BCT in jonge vrouwen toevoegen van MRI aan
mammografiescreening resulteert in betere detectie van vroeg-stadium BCs met
acceptabele specificiteit.
1.Cho
N, Han W, Han B-K et al. Breast
cancer screening with mammography plus ultrasonography or magnetic resonance
imaging in women 50 years or younger at diagnosis and treated with breast
conservation therapy. JAMA Oncol 2017; epub ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)