
De retrospectieve cohortstudie includeerde ATC-patiënten met presentatie in de periode 2000 tot en met 2013 (n=227), 2014 tot en met 2016 (n=100), en 2017 tot en met oktober 2019 (n=152). De mediane leeftijd van deze 246 mannen en 233 vrouwen was 65,0 jaar (range 21,1-92,6); 11% had bij presentatie stadium IVA, 36% had stadium IVB, en 53% had stadium IVC. De mediane OS van alle patiënten tezamen was 0,79 jaar (range 0,01-16,63).
De figuur laat zien dat de één-jaars OS 35% was in de 2000-2013 groep, 47% in de 2014-2016 groep, en 59% in de 2017-2019 groep; de twee-jaars OS in de drie groepen was 18%, 25%, en 42%. De OS-HR voor 2017-2019 versus 2000-2013 was 0,50 (p<0,001). Factoren die geassocieerd waren met verbetering van de OS waren gebruik van gerichte therapie (HR 0,49; p<0,001), toevoeging van immuuntherapie aan gerichte therapie (HR 0,58; p=0,03), en chirurgie na neoadjuvante BRAF-gerichte therapie (HR 0,29; p=0,02). In de groep van twintig patiënten die chirurgie ondergingen na neoadjuvante BRAF-gerichte therapie was de één-jaars OS 94%.
De onderzoekers concluderen dat veranderingen in het management van ATC gedurende de laatste twee decennia hebben geresulteerd in aanzienlijke verbetering van de uitkomsten.
1.Maniakas A, Dadu R, Busaidy NL et al. Evaluation of overall survival in patients with anaplastic thyroid carcinoma, 2000-2019. JAMA Oncol 2020.3362
Summary: A retrospective cohort study at MD Anderson Cancer Center (Houston, TX) found that the one-year and two-year overall survival of patients with anaplastic thyroid cancer increased from 35% and 18% among patients with a diagnosis in 2000-2013 to 59% and 42% among patients with a diagnosis in 2017-2019. Factors associated with these improvements were targeted therapy, addition of immunotherapy to targeted therapy, and surgery following neoadjuvant BRAF-directed therapy.