Dr. Waqar
Haque St Luke’s Health, Woodlands TX) en collega’s hebben een analyse
uitgevoerd van cardiale mortaliteit na radiotherapie (RT) voor ductaal carcinoom
in situ (DCIS). De analyse is online gepubliceerd in Breast
Cancer Research and Treatment.1 De onderzoekers identificeerden
in de SEER-database patiënten met unilateraal DCIS, die RT kregen in de
perioden 1973 tot en met 1982, 1983 tot en met 1992, en 1993 tot en met 2002.
De distributie
van patiënten met links- en rechtszijdig DCIS was niet verschillend voor de
drie perioden. De cardiale mortaliteit was slechter voor patiënten met linkszijdig
DCIS dan voor patiënten met rechtszijdig DCIS in de periode 1973 tot en met
1982 (HR 1,295; 95%-bti 1,182-1,420) maar niet in de periode 1983 tot en met
1992 (HR 1,022; 95%-bti 0,949-1,100) en in de periode 1993 tot en met 2002 (HR
0,989; 95%-bti 0,935-1,046). In multivariate analyse was lateraliteit niet
geassocieerd met overall survival in
een van de drie perioden, maar was linkszijdige lateraliteit wel onafhankelijk geassocieerd
met cardiale mortaliteit in de periode
van 1973 tot en met 1982 (niet in de twee latere perioden).
De
onderzoekers concluderen dat in de grootste tot op heden onderzochte serie
DCIS-patiënten linkszijdige RT geassocieerd was met verhoogde cardiale
mortaliteit in patiënten die tussen 1973
en 1982 behandeld werden, maar niet in patiënten die meer recent behandeld
werden. Er zijn geen aanwijzingen voor verhoogde cardiale mortaliteit door moderne
RT-technieken met lage doseringen naar het hart in DCIS-patiënten.
1.Haque W, Vema V, Haque A et al. Trends
in cardiac mortality in women with ductal carcinoma in situ. Breast Cancer Res
Treat 2016; epub ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)