
De analyse, gebaseerd op het SEER 9-programma, includeerde 27.646 kinderen, 213.930 AYAs, en 2.968.145 oudere volwassenen (met inbegrip van KS/lymfomen) of 24.803 kinderen, 178.741 AYAs, en 2.844.062 oudere volwassenen (na exclusie van KS/lymfomen). De vijf-jaars relatieve overleving van AYAs was beter dan die van kinderen en oudere volwassenen voor 1973 t/m 1977, nam substantieel af tussen 1983 en 1997, en kwam tegen het eind van de jaren negentig weer terug op het niveau hoger dan voor andere leeftijdsgroepen nadat effectieve behandelingen voor HIV/aids beschikbaar waren gekomen. Desondanks liet vergelijking tussen verbetering van de overleving tussen 1973 t/m 1977 en 2005 t/m 2009 zien dat er minder vorderingen waren geboekt in AYAs dan in de beide andere leeftijdsgroepen, hetgeen toe te schrijven was aan betere baseline overleving in AYAs en grotere overlevingswinst in beide andere groepen in recentere perioden.
De onderzoekers concluderen dat afgezien van de tijdelijke impact van HIV/aids, de overleving van AYA-patiënten met maligniteiten voortdurende verbetering heeft laten zien, en superioriteit ten opzichte van andere leeftijdsgroepen.
1.Liu L, Moke DJ, Tsai K-Y et al. A reappraisal of sex-specific cancer survival trends among adolescents and young adults in the United States. J Natl Cancer Inst 2018; epub ahead of print
Summary: An analysis of the SEER 9 program analysis of the SEER 9 program found that, apart form the temporary impact of HIV/AIDS, survival among AYA cancer patients has shown sustained improvement and superiority relative to other age groups.