Draagsters
van BRCA1/2-mutaties hebben een
verhoogd risico van ovariumcarcinoom, en er zijn enige aanwijzingen voor een
toenemend risico in meer-recente geboortecohorten. Janet Vos (UMC Groningen) en
collega’s hebben een studie uitgevoerd van het risico van ovariumcarcinoom in
verschillende geboortecohorten van Nederlandse BRCA-mutatiedraagsters en de algemene bevolking. De uitkomsten van de studie zijn online gepubliceerd in Gyncologic Oncology.1
De
onderzoekers onderscheidden drie geboortecohorten: pre-1935, 1935-1943, en post-1953.
Vergeleken met het BRCA1 pre-1935 cohort
was er een verhoogd risico van ovariumcarcinoom in het BRCA1 1935-1953 cohort (HR 1,54; 95%-bti 1,11-2,14) en het BRCA1 post-1953 cohort (HR 2,40; 95%-bti
1,56-3,69). De BRCA2-draagsters in
het 1935-1953 cohort hadden een HR 3,01 (95%-bti 1,47-6,13). De Standardized
Incidence Ratios voor de 1935-1953 en post-1953 cohorten waren 1,7 respectievelijk
2,7 voor de BRCA1-draagsters en 1,6
respectievelijk 2,4 voor de BRCA2-draagsters.
De
onderzoekers concluderen dat het risico van ovariumcarcinoom toeneemt met het
geboortecohort in de draagsters van BRCA-mutaties
(vooral BRCA1) en afneemt in de
algemene bevolking.
1.Vos JR, Mourits MJ, Texeira N et al. Inverse
birth cohort effects in ovarian cancer: Increasting risk in BRCA1/2 mutation
carriers and decreasing risk in the general population. Gynecol Oncol 2015;
epub ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)