Niet-kleincellig longcarcinoom en kleincellig longcarcinoom zijn de twee meest-voorkomende typen longmaligniteit, met een aandeel van 76% respectievelijk 13% onder de patiënten in de Verenigde Staten. De incidentietrends van beide typen longmaligniteit zijn goed beschreven, maar er is minder duidelijkheid over de histologie-specifieke mortalteitstrends. Een analyse van de SEER-databases heeft deze trends geïnventariseerd. Dr. Nadia Howlader (National Cancer Institute, Bethesda MD) en collega’s publiceren de analyse in The New England Journal of Medicine.¹

De mortaliteit van NSCLC nam sneller af dan de incidentie, en deze afname was geassocieerd met substantiële verbetering van overleving na het moment van introductie van gerichte therapie. Onder mannen nam de incidentie-gebaseerde mortaliteit van NSCLC tussen begin 2013 en eind 2016 af met 6,3% per jaar, terwijl de incidentie tussen begin 2008 en eind 2016 afnam met 3,1% per jaar. Onder mannen met een diagnose NSCLC in 2001 was de twee-jaars relatieve overleving 26% versus 35% voor mannen met een diagnose NSCLC in 2014. Deze verbetering in overleving werd gezien in alle rassen en etnische groepen. Vergelijkbare patronen werden gezien onder vrouwen met NSCLC. In contrast was de verbetering in overleving van SCLC vrijwel volledig te verklaren uit afname van de incidentie, zonder verbetering van overleving na diagnose.

De onderzoekers concluderen dat de mortaliteit van NSCLC tussen begin 2013 en eind 2016 sterk afnam, hoogstwaarschijnlijk vanwege vorderingen in de behandelingen. Afname van de mortaliteit van SCLC is voornamelijk te verklaren uit verlaging van de incidentie.

1.Howlader N, Forjaz G, Mooradian MJ et al. The effect of advances in lung-cancer treatment on population mortality. N Engl J Med 2020;383:640-649

Summary: Analysis of the SEER databases showed that population-level mortality from NSCLC in the United States fell sharply from 2013 to 2016, and survival after diagnosis improved substantially, with reduction in incidence along with treatment advances as most likely explanation. Mortality from SCLC declined almost entirely as a result of declining incidence, with no improvement in survival after diagnosis.