De introductie van BCR::ABL1 tyrosinekinaseremmers in 2000 heeft geresulteerd in belangrijke verbetering van de uitkomsten van patiënten met Ph-positief CML. Een analyse van de SEER-database heeft trends in deze uitkomsten tussen begin 2000 en eind 2019 gekwantificeerd. Dr. Koji Sasaki (MD Anderson Cancer Center, Houston TX) en collega’s publiceren de analyse in Cancer.¹

De analyse heeft betrekking op 2857 patiënten met een diagnose Ph-positief CML. De vijf-jaars overall survival percentages, die in het pre-TKI tijdperk lager waren dan 50%, namen toe tot 73% onder patiënten met een diagnose tussen 2000 en 2005, 82% tussen 2005 en 2010, en 78% tussen 2010 en 2015; terwijl het vier-jaars OS-percentage 83% voor patiënten met een diagnose tussen 2015 en 2020. Lager huishoudinkomen was geassocieerd met slechtere OS. De resultaten zijn slechter dan wat is gezien in studies in Europa, waar TKIs universeel verkrijgbaar en betaalbaar zijn, en waar de relatieve OS van CML-patiënten vergelijkbaar is met die van leeftijd-gematchte gezonde populaties.

De onderzoekers concluderen dat de uitkomsten van Ph-positief CML sinds 2000 verbeterd zijn, maar dat er ruimte is voor verdere verbetering.

1.Sasaki K, Haddad FG, Short NJ et al. Outcome of Philadelphia chromosome-positive chromic myeloid leukemia in the United States since the introduction of imatinib therapy – The Surveillance, Epidemiology, and End Results database 2000-2019

Summary: Analysis of the SEER database found that the five-year overall survival rates of patients with Ph-positive CML increased from less than 50% in the pre-TKI era to 73% for patients diagnosed in 2000-2004, 82% in 2005-2009, and 78% in 2010-2014, while the four-year OS rate was 83% in 2015-2019. These results are inferior to studies in Europe.