
De studie includeerde 166 jongere en 152 oudere patiënten die tussen begin 2006 en eind 2012 of tussen begin 2013 en april 2019 eerstelijns behandeling ondergingen voor WM. De mediane follow-up was 43,5 maanden (range 0,6-147,2). De figuur toont de belangrijkste resultaten van de studie. Vergeleken met de eerste periode hadden oudere patiënten in de latere periode betere ORRs (63,9% versus 72,3%) en lager risico van progressie of overlijden (PFS-HR 0,59; 95%-bti 0,36-0,95) met slechts geringe verandering in discontinuering vanwege adverse events (HR 0,82; 95%-bti 0,4-1,7). Onder de jongere patiënten nam AE-gerelateerde discontinuering in de latere periode vergeleken met de eerdere periode toe met bijna een factor 4 (HR 3,9; 95%-bti 1,1-14), terwijl de werkzaamheid van de behandeling niet significant veranderde (OS-HR 1,4; 95%-bti 0,66-2,88; PFS-HR 1,1; 95%-bti 0,67-1,7).
De onderzoekers concluderen dat recente veranderingen in eerstelijns behandeling voor WM hebben geresulteerd in significant betere uitkomsten onder oudere patiënten maar niet onder jongere patiënten.
1.Chien H-C, Morreall D, Patil V et al. Treatment patterns and outcomes in a nationwide cohort of older and younger veterans with Waldenström macroglobulinemia, 2006-2019. Cancers 2021;13:1708
Summary: A study among patients in the Veterans Health Administration found that in 2013-2019 compared tot 2006-2012 survival of first-line treated Waldenström macroglobulinemia improved markedly in older patients (older than 70 years) but not in younger patients.