Intratumor
heterogeniteit kan gerichte behandeling van tumoren bemoeilijken. Een retrospectieve
studie in het City of Hope centrum (Duarte CA) heeft de associatie van
tumorcel-heterogeniteit in niet-metastatisch gastroesophageal adenocarcinoma (GEA) met de overleving onderzocht.
Dr. Joseph Chao en collega’s publiceren de studie online in JAMA Network Open.1
De
onderzoekers identificeerden 41 GEA-patiënten die in City of Hope upfront chirurgie
ondergingen (22 mannen en 19 vrouwen; gemiddelde leeftijd 63 ± 12jaar). Onder
deze patiënten waren er negentien met tumoren met hoge intratumor
heterogeniteit (bepaald met genomic single-nucleotide variation array).
Patiënten met tumoren met clonal
composition count van 2 of meer hadden slechtere overleving dan patiënten met clonal
composition count 0 of 1 (in univariate analyse HR 3,92; p=0,02). Deze
assocatie bleef significant na correctie voor Lauren histologisch subtype,
adjuvante therapie, en leeftijd (multivariate HR 4,55; p=0,04). Multiprobe FISH
liet intratumorale klonale populaties zien op submillimeter afstand van elkaar
met verschillen in relevante oncogene copy number alterations, waaronder EGFR, JAK2, FGFR2, MET, CCND1, KRAS, MYC,
PIK3CA, CD274, en PDCD1LG2.
De
onderzoekers concluderen dat in GEA al voor metastatische disseminatie spatiële
intratumor heterogeniteit van oncogene copy number alterations bestond, en dat
grotere heterogeniteit geassocieerd was met slechtere uitkomsten na resectie.
1.Chao
J, Bedell V, Lee J et al. Association
between spatial heterogeneity within nonmetastatic gastroesophageal
adenocarcinoms and survival. JAMA Network Open 2020;3:e203652
Summary: A retrospective study at City of Hope
(Duarte, CA) found that in gastroesophageal adenocarcinoma spatial intratumoral
heterogeneity of oncogenic copy number alterations existed before metastic
dissemination, and increased heterogeneity was associated with worse outcomes in resected GEA.
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)