Intraductale
papillaire mucineuze neoplasmen (IPMNs) zijn pancreas-cysten die kunnen
resulteren in pancreascarcinoom (PaC). Een retrospectieve cohortstudie in
Olmsted County (Minnesota) heeft de prevalentie van IPMNs in de algemene
bevolking en het geassocieerde risico van PaC (IPMN-PaC) geïnventariseerd. Dr.
Shounak Majumder (Mayo Clinic, Rochester MN) en collega’s publiceren de studie in JAMA Network Open.1
De studie is
gebaseerd op gegevens van het Rochester Epidemiology Project (REP). De
onderzoekers selecteerden at random REP-deelnemers in de leeftijd van 50 jaar
of ouder die tussen begin 2000 en eind 2015 een abdominale CT-scan hadden
ondergaan (CT-cohort; n=2114). IPMNs werden gezien in 231 patiënten (10,9%);
verreweg de meeste IPMNs waren branch duct IPMNs (90,9%). Er waren 5 Fukuoka
hoog-risico IPMNs (F-HR; 2,2%), 39 worrisome
IPMNs (F-W; 16,9%), en 187 negatieve IPMNs (F-N; 81,0%). Na mediaan 12,0 jaar
follow-up (IQR 8,1-15,3) was PaC gediagnostiseerd in 2 patiënten in de F-HR
groep en 2 patiënten in de F-N groep. Het PaC-incidentiepercentage per 100
persoonsjaren was 34,06 (95%-bti 4,12-123,02); niet significant verschillend
tussen patiënten met FN-IPMNs en patiënten zonder IPMNs (p=0,62).
De
onderzoekers selecteerden ook alle REP-deelnemers met een PaC-diagnose
tussen begin 2000 en eind 2019 (PaC-cohort). Onder de 320 patiënten in het
PaC-cohort waren er 31 met IPMN-PaC (9,8%). Vergeleken met de non-IPMN PaC
patiënten waren de IPMN-PaC patiënten ouder (gemiddeld 76,9 versus 71,3 jaar;
p=0,02), hadden een hogere waarschijnlijkheid chirurgische resectie te
ondergaan (45,2% versus 21,1%; p=0,003), en hadden meer frequent
niet-metastatisch PaC bij diagnose (64,5% versus 46,8%; p=0,047). De figuur laat zien dat patiënten met IPMN-PaC betere overleving hadden dan
patiënten met non-IPMN PaC.
De
onderzoekers concluderen dat IPMNs voorkwamen in ongeveer 10% van de patiënten
in de leeftijd van 50 jaar of ouder. Het PaC-risico onder patiënten met F-N
IPMNs was laag en niet verschillend van dat onder patiënten zonder IPMNs. De
ongeveer 10% van de PaC patiënten die IPMN-PaC hadden, hadden betere overleving
dan patiënten met non-IPMN-PaC.
1.De
la Fuente J, Chatterjee A, Lui J et al. Long-term outcomes and risk of pancreatic cancer in intraductal
papillary mucinous neoplasms. JAMA Network Open 2023;6:e2337799
Summary: A retrospective cohort study in
Olmstedt County, Minnesota, found that computed tomography identified
intraductal papillary mucinous neoplasms in approximately 10% of patients aged
50 years or older. Risk of pancreatic cancer in patients with Fukuoka-negative
IPMNs was low and not different compared with patients without IPMNs.
Approximately 10% of pancreatic cancer patients had IPMN-related disease,
associated with better survival compared with patients with non-IPMN pancreatic
cancer.
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)