
De studie includeerde 603 volwassen patiënten (gemiddelde leeftijd 57 jaar; range 19-77; 53% mannen) die autoHCT ondergingen met thiothepa-busulfan-cyclofosfamide (TBC; n=263), thiothepa-carmustine (TT-BCNU; n=275), of carmustine-etoposide-cytarabine-melfalan (BEAM; n=65). Het primaire eindpunt van de studie was progressievrije overleving. De drie-jaars PFS was hoger met TBC (75%) en TT-BCNU (76%) dan met BEAM (58%; p=0,03) samenhangend met een hoger risico van relapse in de BEAM-groep (HR 4,34; p<0,001). Ook de overall survival was beter met de beide thiothepa-gebaseerde regimes. In multivariate analyse hadden patiënten die TT-BCNU kregen vergeleken met patiënten die TBC kregen een hoger risico van relapse (HR 1,79; p=0,03), lager risico van nonrelapse mortaliteit (HR 0,50; p=0,01), en gelijk risico van all-cause mortaliteit zes maanden of langer na HCT (p=0,10). Factoren die in alle drie de groepen geassocieerd waren met lagere overlevingspercentages waren leeftijd zestig jaar of ouder, Karnofsky performance status lager dan 90, en HCT-comorbiditeitindex 3 of hoger.
De onderzoekers concluderen dat thiothepa-gebaseerde conditioneringsregimes vergeleken met BEAM geassocieerd waren met hogere overlevingspercentages.
1.Scordo M, Wang TP, Ahn KW et al. Outcomes associated with thiotepa-based conditioning in patients with primary central nervous system lymphoma after autologous hematopoietic cell transplant. JAMA Oncol 2021.1074
Summary: An observational cohort study based on data in the Center for International Blood and Marrow Transplant Research registry compared three commonly used conditioning regimes in patients undergoing autologous hematopoietic cell transplant for PCNSL. Thiothepa-based regimes were associated with higher rates of survival compared with BEAM. TT-BCNU compared with TBC was associated with higher relapse risk, lower non-relapse mortality risk, and similar risk of all cause mortality more than six months after HCT.