Cutaan squameus celcarcinoon (cSCC) kan voorkomen met meerdere primaire tumoren, metastaseren, en resulteren in overlijden onder zowel immuuncompetente patiënten als patiënten met immuunsuppressie. En bevolkings-gebaseerde Noorwegen-brede cohortstudie heeft impact van transplantatie-geassocieerde immuunsuppressie op uitkomsten (tweede tumor, metastase, overlijden) onder patiënten met cSCC geïnventariseerd. Prof. Petter Gjersvik (Universiteit van Oslo) en collega’s publiceren de studie in JAMA Dermatology.¹

De studie includeerde 47.992 volwassen patiënten met een cSCC diagnose tussen begin 1968 en eind 2020. Onder deze patiënten waren 1208 organ transplant recipients (OTRs). De incidentie van tweede cSCC was 30,9 per 1000 persoonsjaren onder de non-OTRs versus 250,6 per 1000 persoonsjaren onder de OTRs; in gecorrigeerde analyse een 4,3 maal hogere incidentie onder de OTRs. Metatasen werden gezien in 2,8 per 1000 persoonsjaren onder niet-OTRs versus 4,8 per 1000 persoonsjaren onder OTRs, een 1,5 maal verhoogde incidentie. Meer dan 98% van de overleden deelnemers in het cohort overleden aan andere oorzaken dan cSCC, maar overlijden aan cSCC kwam voor onder 1,1% van de niet-OTRs versus 3,3% van de OTRs.

De onderzoekers concluderen dat onder patiënten met cSCC, OTRs vergeleken met niet-OTRs significant verhoogde risico’s hebben van tweede cSCC, metastase, en overlijden aan cSCC.

1.Gjersvik P, Falk RS, Roscher I et al. Rates of second tumor, metastasis, and death from cutaneous squamous cell carcinoma in patients with and without transplant-associated immunosuppression. JAMA Dermatol 2023.2029

Summary: A nationwide retrospective study in Norway found that among patients with cutaneous squamous cell carcinoma (cSCC), the patients with transplant-associated immunosuppression had signifcantly higher rates of second cSCC, metastasis, and death from cSCC than cSCC patients without history of transplantation,although most patients in both groups died from causes other than cSCC.