
De meta-analyse includeerde veertien studies (13.132 vrouwen), begonnen tussen 1961 en 2003, die nodale bestraling vergeleken met geen nodale bestraling na chirurgie voor vroeg-stadium mammacarcinoom. In 3260 vrouwen werd tijdens de follow-up recidief gezien, 2545 vrouwen overleden aan mammacarcinoom, en 4147 vrouwen overleden aan any cause.
Acht van de studies (2178 vrouwen) begonnen tussen 1961 en 1978, met mediane follow-up 9,2 jaar en gemiddelde geschatte dosering naar het hart van meer dan 8 Gy. In deze studies had nodale RT geen effect op recidief (RR 0,98; p=0,83) of mammacarcinoom-specifieke mortaliteit (RR 1,05; p=0,54), maar was wel geassocieerd met hogere all-cause mortaliteit (RR 1,18; p=0,004). In de zes latere studies (begonnen 1989-2003; 10.954 vrouwen) met mediane follow-up 9,1 jaar, was de gemiddelde geschatte dosering naar het hart lager dan 8 Gy. In deze studies was nodale RT geassocieerd met verlaagd recidief (RR 0,86; p=0,0006), verlaagde ziektespecifieke mortaliteit (RR 0,81; p<0,0001), en verlaagde overall mortaliteit (RR 0,86; p=0,0002). Er was geen significant verschil in recidief tussen verschillende bestraalde regio’s (axilla, supraclaviculaire fossa, internal mammary chain).
De onderzoekers concluderen dat in oudere studies bestraling van regionale lymfeklieren geassocieerd was met slechtere uitkomsten, en dat in meer recente studies (minder straling naar het hart) bestraling van regionale lymfeklieren geassocieerd was met verlaging van recidief, ziektespecifieke mortaliteit, en overall mortaliteit.
1.Dodwell D et al. SABCS 2018; abstr. GS4-02
Summary: A meta-analysis of randomized studies of regional lymph node irradiation after surgery for early stage breast cancer found that in older studies (1961-1978) irradiation increased the overall risk of death, probably explained by radiation exposure of the lungs and heart. Nodal RT in more recent studies (1989-2003) reduced breast cancer recurrence, breast cancer mortality, and overall mortality.