Er zijn geen uitkomsten gepubliceerd van klinische studies van nieuwe behandelingen (imuuncheckpointremmers of gerichte therapieën) voor melanoom van onbekende primaire origine (MUP). Een bevolkings-gebaseerde studie in Nederland heeft nu overlevingsuitkomsten geïnventariseerd van MUP-patiënten voor en na de introductie van ICIs of targeted therapies omstreeks 2010. PhD-kandidaat Daniëlle Verver (Erasmus MC) en collega’s publiceren de studie online in het International Journal of Cancer.¹

Onder de 65.110 Nederlandse patiënten met een diagnose stadium III of IV melanoom tussen begin 2003 en eind 2016 waren er 2028 met een diagnose MUP (3,11%). Iets meer dan de helft van deze patiënten (53,8%) hadden stadium IV ziekte. De vijf-jaars overall survival van patiënten met stadium III MUP was 48,5% in geval van diagnose tussen begin 2003 en eind 2010, en 50,2% in geval van diagnose tussen begin 2011 en eind 2016 (p=0,948). De mediane OS van patiënten met stadium IV MUP was 4 maanden in geval van diagnose voor eind 2010, eveneens 4 maanden in geval van diagnose vanaf 2011 indien geen novel therapies gebruikt werden, en 11 maanden bij gebruik van novel therapies (p<0,001).

De onderzoekers concluderen dat iets meer dan de helft van de Nederlandse patiënten met stadium III of IV MUP bij diagnose stadium IV ziekte heeft. De introductie van novel therapies was geassocieerd met significante verbetering van de OS van de patiënten met stadium IV MUP.

1.Verver D, van der Veldt AAM, van Akkooi ACJ et al. Treatment of melanoma of unknown primary in the era of immunotherapy and targeted therapy: a Dutch population-based study. Int J Cancer 2019; epub ahead of print

Summary: A population-based study in The Netherlands found that 53.8% of the patients with stage III or IV melanoma of unknown primary are diagnosed with stage IV disease. The introduction of novel therapies was associated with improved overall survival of these patients (median 4 months before 2011; median 11 months with novel therapies after 2010).