De introductie van CD38-gerichte monoklonale antilichamen (CD38 MoABs, daratumumab en isatuximab) heeft geresulteerd in significante verbetering van uitkomsten van patiënten met multipel myeloom (MM). Er is tot nu toe geen studie gepubliceerd van uitkomsten van patiënten met MM dat refractair is geworden tegen CD38 MoABs. Een multicenterstudie in de Verenigde Staten heeft deze uitkomsten onderzocht. Dr. Luciano Costa (University of Alabama, Birmingham) en collega’s publiceren de studie online in Leukemia.¹

De studie includeerde 275 patiënten die in veertien academische centra CD38 MoABs hadden gekregen voor MM en refractaire ziekte hadden ontwikkeld. Het mediane interval tussen MM-diagnose en de diagnose refractaire ziekte (T₀) was 50,1 maanden. De mediane overall survival vanaf T₀ was voor het gehele cohort 8,6 maanden (95%-bti 7,5-9,9), uiteenlopend van 5,6 maanden voor patiënten met pentarefractaire ziekte (refractair tegen CD38 MoAB, twee proteasoomremmers, en twee immunomodulerende middelen) tot 11,2 maanden voor patiënten die niet tegelijkertijd refractair waren tegen een IMiD en een PI.


Negentig procent van de patiënten (n=249) kreeg tenminste één additionele behandeling na T₀. De ORR op de eerste behandeling na T₀ was 31%, met mediane PFS 3,4 maanden en OS 9,3 maanden. De beste PFS werd gezien met combinatiebehandelingen, waaronder carfilzomib plus een alkylerend agens (mediane PFS 5,7 maanden) en daratumumab plus een IMiD (mediane PFS 4,5 maanden).

De onderzoekers concluderen dat patiënten met MM dat refractair is geworden tegen CD38 MoAB een slechte prognose hebben. Er is behoefte aan nieuwe behandelingen voor deze patiënten.

1.Gandhi UH, Cornell RF, Lakhman A et al. Outcomes of patients with multiple myeloma refractory to CD38-targeted monoclonal antibody therapy. Leukemia 2019; epub ahead of print

Summary: A study at 14 academic centers in the USA found that patients with multiple myeloma refractory to CD38-targeted monoclonal antibody therapy have poor prognosis, with a median OS of 8.6 months after diagnosis of refractoriness.